Nieuwstadskerk

Lees hieronder meer over de geschiedenis van deze kerk of luister naar het audiobestand:
 

De Sint Jan de Doperkerk, ook wel de Nieuwstadskerk genoemd, is een gotische kerk. Hij werd voor het eerst vermeld in 1272 als ‘Kerk van Onze Lieve Vrouwe in de Nieuwstad’. Destijds fungeerde hij als kerk van de zelfstandige stad de Nieuwstad, dat in 1312 als stadsdeel bij Zutphen werd gevoegd.

De kerk is meerdere malen verbouwd. Omstreeks 1460 werd het driehoekig gesloten koor gebouwd en de kerk van een dakruiter voorzien. In de tweede helft van de vijftiende eeuw volgde een uitbreiding aan de zuidzijde en omstreeks 1500 werd de kerk nogmaals uitgebreid, nu aan de noordzijde.

In de kerk staat een orgel van de Groningse orgelbouwer J.W. Timpe. Aanvankelijk stond dit instrument in de Doopsgezinde kerk in Groningen, maar in 1818 is het naar Zutphen gebracht.

Tachtigjarige Oorlog

De kerk is gesticht als parochiekerk. Gedurende de roerige tijden van de Tachtigjarige Oorlog volgde een periode van afwisselend gebruik door protestanten, katholieken en soldaten van het garnizoen aan de Isendoornstraat. De soldaten gebruikten het onder andere als hospitaal, paardenstal en bakkerij. Koning Lodewijk Napoleon Bonaparte schonk de kerk begin negentiende eeuw terug aan de katholieke gemeenschap, die het omdoopte tot de Sint Jan de Doperkerk. 

Willem van den Berg

Op 10 juni 1572 nam graaf Willem van den Bergh, aanvoerder van een geuzenleger, de stad Zutphen in. Dit was onderdeel van het offensief van Willem van Oranje tegen de Spanjaarden. Kerken, kloosters en burgers werden niet gespaard, en de katholieke Nieuwstadskerk evenmin. Staatse troepen vernielden ramen, verkrachtten nonnen en plunderden de kerk. Alles wat katholiek was moest het ontgelden, waaronder de gebrandschilderde ramen van de kerk. Tijdens archeologische opgravingen in 1999 zijn de oude kerkramen in honderdduizenden stukjes teruggevonden. De ramen moeten rijkversierd zijn geweest, want er is glas in allerlei kleuren aangetroffen. Ook is de kwaliteit van het glas erg goed bewaard gebleven. Waarschijnlijk heeft Johan ter Knocke, de kerkmeester ten tijde van de vernielingen, ze bewust begraven. De Nieuwstadskerk moet er voor de plundering van 1572 zeer indrukwekkend hebben uitgezien.

Opmerkelijk is dat graaf Willem van den Bergh, als zwager van Willem van Oranje, van de Staatse kant naar de Spaanse kant overliep. Doordat zijn ambitie om stadhouder van Gelderland te worden niet werd vervuld – zijn zwager Jan van Nassau kreeg deze post – startte Van den Bergh geheime onderhandelingen met de Prins van Parma. Ondanks dat Van den Bergh later tóch stadhouder werd, bleef hij contact houden met Van Parma. Toen dit bekend werd, werd Van den Bergh met zijn vrouw vastgezet, maar vanwege te weinig bewijs toch weer vrijgelaten. Daarna koos hij definitief en openlijk voor de Spaanse kant.